Zdenka Wagenaar, Harfsen

“Dankzij de spiegeltherapie kan ik weer schrijven, tuinieren en handwerken. Alsof ik in een sprookjeswereld leef.”
“Ik leef echt in een andere wereld!”

- Zdenka Wagenaar

Spiegeltje, spiegeltje aan de wand…. Het klinkt niet alleen als het begin van een sprookje, Zdenka Wagenaar uit Harfsen leeft daadwerkelijk in een sprookjeswereld. 22 jaar heeft ze al last van posttraumatische dystrofie, maar sinds drie maanden zijn haar klachten dankzij de spiegeltherapie, spectaculair afgenomen. ‘Ik kan weer schrijven, handwerken…. Ik leef echt in een andere wereld.’

Midden jaren negentig krijgt Zdenka Wagenaar spontaan een pees-schedeontsteking in haar rechterhand. Ze krijgt een injectie, maar al snel werd posttraumatische dystrofie geconstateerd. Einde baan als leidster van een kinderopvang en het einde van veel van haar dromen. Schrijven met rechts, tuinieren, breien, het kan allemaal niet meer. Zdenka: ‘De diagnose was net zo snel gesteld als de oplossing ver weg.’


‘Posttraumatische dystrofie is een ongrijpbare ziekte’, vertelt ergotherapeut Mirjam Molenaar. ‘Het is een ontstekingsreactie van het lichaam op een trauma. Ergens wordt het zenuwstelsel ontregeld, maar hoe het exact werkt, weten we niet. Misschien is het – zoals een hernia - een zenuwinklemming. Wat we wel weten, is dat het een raadsel is dat ontzettend veel pijn en last veroorzaakt.’


Zdenka hoeft haar hand maar te stoten of het is mis. Zelfs een splinter maakt de hand rood, blauw of dik. Een simpele handdruk bij een begroeting brengt de ommekeer in haar leven. ‘Ik had vier personen een handdruk gegeven, de vijfde werd me fataal. Die persoon drukte net op de kwetsbare plek en ik kreeg ontzettend veel pijn.’ De huisarts verwees Zdenka door naar de pijnpoli van het Deventer Ziekenhuis.

“Posttraumatische dystrofie is een ongrijpbare ziekte”

- Mirjam Molenaar, ergotherapeut

Zdenka Wagenaar


“Ik had vier personen een handdruk gegeven, de vijfde werd me fataal”
“Een paar maanden later - ik oefen drie keer per dag zo’n vijf à tien minuten - lukte het wel. Mijn goede en aangedane hand deden hetzelfde!”

- Zdenka Wagenaar

Via doorverwijzingen van revalidatieartsen komt ze terecht bij Mirjam Molenaar voor een spiegeltherapie. Het begin van een nieuw leven. Om te demonstreren hoe de therapie werkt, zet Molenaar een spiegel op tafel. De gezonde hand ervoor, de aangedane hand erachter. Zdenka kijkt in de spiegel, concentreert zich op de gekwetste hand en doet met de gezonde hand bewegingen die synchroon door haar aangedane hand nagebootst moeten worden.

Zdenka: ‘Ik ben er in juli mee begonnen en nu – drie maanden later - gaat het zó goed met me.’ Van een vier als rapportcijfer schat Zdenka zichzelf nu in op een acht. ‘Wie weet ligt een tien – volledige genezing - in het verschiet.’ Molenaar: ‘De idee is dat je hersenen zo worden geactiveerd dat de aangedane hand de gewoonten van de goede hand weer overneemt.’ Zdenka is het levende bewijs dat het kan. ‘Ik kneep in het begin van de therapie mijn goede hand tot een vuist en keek soms wat de slechte hand achter de spiegel deed. In het begin dacht ik dat die ook een vuist maakte, maar die kwam maar tot de helft. Toch zeiden mijn hersenen iets anders. Een paar maanden later - ik oefen drie keer per dag zo’n vijf à tien minuten - lukte het wel. Mijn goede en aangedane hand deden hetzelfde!’

Een sprookje

De functies in Zdenka’s hand zijn terug, de pijn is vele malen minder, de gevoelloosheid in haar vingers ook. Voor Zdenka is het geen vraag of de spiegeltherapie werkt. De mand met handwerk-spullen die ze heeft meegebracht, zegt genoeg. Schrijven met rechts lukt weer en misschien straks zelfs weer tuinieren. De bezoekjes aan het Deventer Ziekenhuis hebben haar teruggebracht in een wereld, waarvan ze het bestaan niet meer wist. ‘Alsof ik in een sprookje leef.’ Gaf Zdenka, ter begroeting uit routine een linkerhand, bij vertrek steekt ze haar rechter uit, haar probleemhand. Lachend: ‘Vol vertrouwen! Wie weet kom ik er ooit echt helemaal van af.’ Dat zou betekenen dat haar kleine nachtmerrie – eensluidend dat sprookje – toch nog een goed einde krijgt.

Aandacht. Voor de beste zorg.