Expertisecentrum anti-stollingsmedicatie: één loket voor vragen over antistollingsmedicijnen voor patiënt én zorgverlener
Ziekenhuisapotheker Mette Benoist en Gideon Hajer, Internist Vasculair geneeskundige en leidinggevende van het Hart- en Vaatcentrum Salland in het Deventer Ziekenhuis, zijn trots op het expertisecentrum antistollingsmedicatie. Bij dit expertisecentrum kunnen zowel zorgprofessionals van binnen en buiten het ziekenhuis als patiënten die deze medicijnen gebruiken terecht met al hun vragen over het gebruik van antistollingsmedicijnen en de effecten daarvan. Niet alleen een goed initiatief, maar ook noodzakelijk. Het gebruik van deze medicatie kent risico’s. Zorgvuldigheid is belangrijk. Mette en Gideon vertellen over het ontstaan van dit expertisecentrum en het belang ervan.
Binnen het Deventer Ziekenhuis wil men de voorlichting over het voorschrijven en gebruik van antistollingsmedicijnen goed organiseren, zowel voor patiënten als voor betrokken zorgprofessionals. Dat is nodig, want het gebruik ervan is niet zonder risico’s. Daarom is er een antistollingscommissie en is er een expertisecentrum dat daaruit voort gekomen is. Ziekenhuisapotheker Mette Benoist is voorzitter van de antistollingscommissie en Gideon Hajer is vanuit zijn functie lid van de commissie. 'Hieraan nemen alle artsen die met antistollingsmedicatie te maken hebben deel. We delen de nieuwste inzichten met elkaar en geven gevraagd en ongevraagd advies aan alle artsen die deze medicatie voorschrijven', zegt Gideon. 'Daarnaast zorgen we met duidelijke werkinstructies dat iedereen dezelfde adviezen geeft.'
Expertisecentrum: de juiste plek voor alle vragen rond antistollingsmedicatie
Vanuit de commissie is het expertisecentrum opgericht. Dit is de centrale vraagbaak voor alle zorgprofessionals en patiënten die antistollingsmedicijnen slikken. 'Eerstelijns en tweedelijns zorgprofessionals zoals huisartsen, apothekers, specialisten ouderenzorg, tandartsen en verloskundigen kunnen hier al hun vragen stellen', legt Mette uit. 'Maar het is er vooral ook voor patiënten die vragen hebben. Bijvoorbeeld een patiënt die met vakantie gaat naar een land waarvoor je vaccinaties nodig hebt', zegt Gideon. 'Ik kan me voorstellen dat hij/zij wil weten of die vaccinaties in combinatie met de medicijnen geen kwaad kunnen. Maar ook bijvoorbeeld tandartsen die een bepaalde behandeling gaan doen waar bloedingen bij voor kunnen komen of een huisarts die wil checken of een patiënt de medicatie kan gebruiken in combinatie met andere medicijnen. We willen niet dat patiënten van het kastje naar de muur gestuurd worden of antwoorden op deze vragen zelf gaan zoeken bij hun zorgverleners, maar vinden dat collega’s onderling hierover moet overleggen', zegt Mette. 'We hebben goed opgeleide tromboseartsen op het centrum werken die niet alleen verstand hebben van de vitamine K antagonisten maar ook van de DOAC’s en plaatjesremmers. En ze kennen uiteraard alle protocollen ten aanzien van antistolling.'
Veel meer soorten medicijnen en meer patiënten die ze slikken
Het expertisecentrum werd noodzakelijk omdat er steeds meer nieuwe antistollingsmedicijnen op de markt zijn gekomen en ook steeds meer patiënten de medicijnen gebruiken. 'Een aantal jaar geleden waren er twee soorten medicijnen die ingezet werden', legt Gideon uit. 'Nu zijn er heel veel verschillende medicijnen bij gekomen. Dat vraagt om meer kennis en ervaring. Waar vroeger vooral patiënten op controle kwamen bij de trombosedienst en zo de juiste voorlichting kregen, is dat nu voor een veel grotere groep van belang. Bij gebruik van de DOAC’s komen patiënten niet bij de trombosedienst en missen dus de contactmomenten om vragen te stellen. Ook patiënten die de medicijnen tijdelijk na een heup- of knieoperatie, hartinfarct of beroerte krijgen, moeten goed voorgelicht worden en hun vragen kunnen stellen. Daarnaast verandert de patiënt zelf ook. Sommige patiënten zijn ontslagen van hun ziekenhuisbehandeling, maar moeten nog wel de medicijnen blijven slikken. Als zij ouder worden of andere aandoeningen krijgen, dan kan het een overweging zijn om de antistollingsmedicatie daar op aan te passen In deze situatie kan de huisarts het expertisecentrum bellen en sparren met de deskundige over de mogelijkheden.'
Alles op een plek
Niet alleen het feit dat alle vragen gesteld kunnen worden, maar ook dat dit op één plek kan, is een voordeel. 'Sommige patiënten hebben met meerdere specialisten te maken', zegt Mette. 'Dan is het handig als ze een centraal telefoonnummer kunnen bellen voor hun vragen over de antistollingsmedicatie. Alle kennis zit op één plek en daar zijn we best trots op.'