Zorg thuis bij hartfalen:
"Fantastisch dat het zo kan"
Otto Albers had last van hartfalen. Waar hij voorheen twaalf dagen in het ziekenhuis lag voor een behandeling, biedt het Deventer Ziekenhuis deze zorg nu ook thuis aan.
"Een verschil van dag en nacht met de behandeling in het ziekenhuis." Otto Albers, hartpatiënt
Bij hartfalen is het hart niet in staat om voldoende bloed rond te pompen. Iemand met hartfalen wordt sneller moe of kortademig en houdt vocht vast. De juiste behandeling vermindert de klachten. Albers: “Ik hield veel vocht vast, was kortademig en kon slecht lopen. Ik was zo mobiel als een tuinkabouter”, lacht hij. “Reden om weer naar mijn cardioloog in het Deventer Ziekenhuis te gaan, waar ik trouwens eens in de zoveel tijd kom voor controle. Ik kon daarom gelukkig snel worden behandeld.”
Geen zware inspanningen Albers vult aan: “Dit was niet de eerste keer dat ik last had van hartfalen. Ik ben hier al eerder voor behandeld. Destijds lag ik twaalf dagen in het ziekenhuis. Het is fantastisch dat het ook anders kan, vanuit huis. Ik kan alle dingen doen die ik normaal gesproken ook zou doen.” Wel met de nodige nuance: “Oké, een uitje naar Texel zit er ook weer niet in. Het is niet de bedoeling dat ik zware inspanningen ga doen of ver van huis ga. Maar ik kan in mijn eigen bed slapen en hoef de alledaagse bezigheden niet over te slaan. Zoals het boodschappen doen. Een verschil van dag en nacht met de behandeling in het ziekenhuis”.
DZ Thuis Specialistisch verpleegkundige Jacqueline Reterink geeft zorg bij hartfalen en ziet patiënten met deze aandoening in hun eigen huis. “Bij hartfalen krijgen patiënten onder andere plastabletten die gewoon thuis ingenomen kunnen worden. Maar als dat niet volstaat, moeten patiënten een infuus krijgen met een hogere dosering plasmedicatie. Eerder moesten patiënten dus in het ziekenhuis blijven voor deze zorg. Met dit nieuwe project - DZ Thuis - kunnen we de zorg zo regelen dat ze thuis behandeld kunnen worden. De patiënt krijgt een klein infuuspompje die hij of zij bij zich kan dragen in een klein tasje. ”
Jacqueline legt het proces uit: “Eén keer per dag kom ik - of een collega - bij de patiënt thuis op bezoek om te kijken hoe het gaat. Dit duurt ongeveer een uur. We meten hierbij de vitale functies. Denk daarbij aan bloeddruk, hartfrequentie en de hoeveelheid zuurstof in het bloed. Ook controleren we op gewicht en de mate waarin vocht vast gehouden wordt. We bespreken met de patiënt hoe het gaat, denk hierbij aan leefregels zoals dieet en vochtinname. Verder geven we adviezen en tips en dragen wij zorg voor alles rondom het infuus. We overleggen met de cardioloog over onze bevindingen en passen daar de zorg op aan.”
Zelfredzaam Jacqueline: “Het is belangrijk om het gesprek te blijven voeren met patiënten over de zorg. Wij moeten ze helpen om hun eigen situatie in te kunnen schatten. Het is daarom een voorwaarde dat patiënten adequaat en zelfredzaam zijn of voldoende mensen om zich heen hebben die naar hun omkijken. Die inschatting moeten we samen met onze cardiologen maken.”
Albers: “Het is ooit voorgekomen dat de infuuspomp er plots mee ophield, doordat er lucht in de leiding was gekomen. Dat kan natuurlijk gebeuren en het vergt natuurlijk wel een bepaalde scherpte van mij om dit op te merken. Eén telefoontje en het was binnen een halfuur opgelost, dankzij de snelle actie van de mensen van het ziekenhuis.”
Toekomst Jacqueline ziet een grotere rol voor dit soort zorg in de toekomst. “Met deze zorg aan huis proberen we ook een opname in het ziekenhuis te voorkomen, terwijl patiënten de zorg krijgen die ze ook in het ziekenhuis zouden ontvangen. Patiënten voelen zich thuis vaak prettiger, zijn bij hun dierbaren, ze bewegen meer en eten en slapen beter. Dat komt de behandeling ten goede. Er treden ook minder ziekenhuiscomplicaties op, zoals verwardheid. En het scheelt natuurlijk ook reistijd van en naar het ziekenhuis.”
Albers kan zich hier volledig in vinden: “Ik ben in het ziekenhuis én thuis behandeld, om dezelfde reden. Als ik dit allemaal nog eens overnieuw zou moeten doen, dan weet ik het wel. Gewoon weer fijn thuis.”