Wetenschap en innovatie: twee kanten van één medaille
Een schier eindeloze reeks aan technologische ‘innovaties’ trekt dagelijks aan ons voorbij. Ook in de zorg. Nieuwe apps, inzet van Artificial Intelligence (AI), hippe tech tools, zorgrobots….
Begrijp me goed, er is niks mis met innovatie. Als we de Haagse politieke opdracht willen vervullen om de zorg bereikbaar en betaalbaar te houden, zullen we zelfs heel hard moeten innoveren. Er is alleen wel een maar…..te vaak worden innovaties de markt op geslingerd door (commerciële) bedrijven met de meest geweldige marketingbeloftes en zonder enige vorm van wetenschappelijke onderbouwing. Deze innovaties blijken in de praktijk dan vaak heel erg tegen te vallen. Veel innovaties zijn, als ze goed werken, best handig en leuk, maar de vraag is of de zorg er wel echt beter van wordt. Nogal wat innovaties blijven uiteindelijk veel te lang als klein project doorlopen en bloeden uiteindelijk dood en dat is zonde van de schaarse financiële middelen die we als zorg hebben.
Een belangrijke maar nog wel eens vergeten component van nuttige innovaties die kan bijdragen om de zorg wel echt beter maken, is wetenschappelijk onderzoek. Wetenschap en innovatie zijn twee kanten van eenzelfde medaille: de één kan niet zonder de ander. Vaak begint iets met een innovatief idee en wordt dat idee uitgewerkt. Dan zou het wetenschappelijk moeten worden onderzocht of iets werkt. Of meteen geïmplementeerd en naderhand worden geëvalueerd of iets werkt, maar het stuk (wetenschappelijk) onderzoek wordt nog wel eens vergeten. Innovators zijn vaak meester in het creëren van beweging en maken van de meest mooie tools, maar het nut ervan is niet altijd onderbouwd. Innovaties kunnen de zorg zeker verder helpen, maar gegarandeerd is dat niet. Als gezegd, veel technologiebedrijven laten high tech tools gepaard gaan met ronkende marketingbeloftes die in de praktijk niet altijd hun waarde bewijzen. En de opdracht van de overheid aan de zorg is juist om zorg beter te maken. Betere zorg kan feitelijk niet zonder evidence based onderzoek. Landelijk zit daar ook nog wel een punt van zorg. Er is veel geld vanuit overheid/ministeries voor innovatie/digitalisering/toepassing van technologie, terwijl het steeds moeilijker wordt subsidie voor wetenschappelijk onderzoek (bijvoorbeeld ZonMW) te krijgen, terwijl dat voor heel veel patiëntengroepen heel hard nodig is. Aan ons dus de taak binnen DZ, als het STZ-ziekenhuis dat wij zijn, innovatie en wetenschap sterkt aan elkaar te verbinden.
Zowel binnen als buiten het Deventer Ziekenhuis streven we daar naar, zoals we dat bijvoorbeeld hebben gedaan met de ontwikkeling van een nieuwe robot voor kinderen , of de verbinding van de verpleegkundig onderzoeker aan het project DZ thuis. En dat moeten we ook doen met beschikbare data. Innovatieve werkgebieden als datascience en A.I. hebben echt de toekomst op het vlak van zaken als financiën en capaciteitsmanagement, maar ook in wetenschappelijk onderzoek met als uiteindelijke doel om de zorg te verbeteren. Ook daarin moeten wetenschap en innovatie dus erg goed samenwerken; de twee zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.
Joyce Faber Manager Wetenschapsbureau, Deventer Ziekenhuis