25 jaar klinische geriatrie in het Deventer Ziekenhuis
‘Geriatrie zo veel meer dan dementie’
De Klinische Geriatrie in het Deventer Ziekenhuis bestaat in 2023 precies 25 jaar. Wat in het begin niet veel meer was dan een ‘geheugenpoli’ is uitgegroeid tot een volwassen zorgdiscipline. Van vallen, delier en heupfracturen tot dementie en longontsteking… ‘Geen afdeling die zo breed naar een patiënt kijkt’, vertellen klinisch geriaters Ellen Elbrecht en Inge Jansen.
Ellen Elbrecht vergelijkt de ‘oudere patiënt’ wel met een fietsband. De band is lek, je haalt ‘m door een bak water, doet er een plakker op en klaar. Denk je. Even later blijkt de band weer leeg te staan. Nog een lek en nog een plakker. Uiteindelijk blijkt de band gewoon poreus. Ellen: ‘Zo is het ook vaak met geriatrische patiënten. Ze hebben vaak meer dan één probleem.’ Tot 25 jaar geleden kwam je als kwetsbare oudere dan vaak op een verpleegafdeling terecht waar je een soort van laatste levenszorg kreeg (uitbehandelen). Inge Jansen: ‘Ouderenzorg was ook een beetje verdeeld onder internisten, neurologie en aanpalende afdelingen.’ Vanaf 1983 komt daar verandering in. De anekdote gaat dat Koningin Juliana een lans heeft gebroken om klinische geriatrie tot een echte discipline te maken. Hoe dan ook, langzaam wordt ingezien dat geriatrie een echt vak is en worden de eerste geriaters opgeleid. Inge en Ellen behoren tot één van de eerste lichtingen geriaters. Daarna gaat het hard. Van veertig eind jaren negentig zijn er landelijk inmiddels meer dan driehonderd geriaters. Inmiddels werken er zeven geriaters in het Deventer Ziekenhuis, zijn er tien specifiek opgeleide verpleegkundigen voor ouderen en dedicated fysiotherapeuten. Op B2 waar patiënten opgenomen worden voor de geriatrie, zijn de kamers aangepast, en is er een huiskamer en een beweegruimte. Ellen: ‘We waren in het begin hier echt aan het pionieren.’
Meer aandachtsgebieden
Inge: ‘Je mag rustig zeggen dat geriatrische patiënten lang een vergeten doelgroep zijn geweest.’ Een speciale ‘geheugenpoli’ was feitelijk een eerste erkenning dat speciale ouderenzorg niet overbodig was. Inmiddels zijn er zelfs al disciplines binnen de geriatrie. Denk daarbij aan een mobiliteits- en valpolikliniek, osteoporose-poli (botontkalking) en de complexe besluitvormingspoli. Ellen geeft van dat laatste een voorbeeld. ‘Pas kreeg ik een vrouw van 91 die een veel te hoog kalkgehalte in het bloed had. Ze was doodmoe en van haar hoefde het allemaal niet meer. Met zo iemand ga je in gesprek. Nog allerhande behandelingen of niks doen en zorg regelen. Dat laatste heeft ze voor gekozen.’ Wat bij geriatrie daarbij vooral opvalt, is de breedte van het vakgebied. Inge: ‘Er is vaak sprake van multimorbiditeit; patiënten met meerdere aandoeningen. Veel specialisten zijn superspecialisten geworden. Juist de geriater kijkt dan “breed” naar een patiënt. Geriatrische patiënten hebben vaak ook een atypische presentatie van ziekten. Bijvoorbeeld een oudere met longontsteking, gevallen en in de war, maar zonder koorts en hoesten. Juist de geriater herkent dan toch ziektebeelden.’ Zelf had ze pas een 88-jarige vrouw in de spreekkamer. ‘Liep als een kievit, vertelde over de actuele politiek, leek helder, maar als je daar doorheen keek, zag je toch dat het geheugen niet meer optimaal was. Dan hoeft er niks te gebeuren of de boel stort in elkaar.’ Mooie is volgens Elbrecht, dat alle andere ziekenhuisdisciplines de geriatrie hebben omarmd. ‘Er is hier eigenlijk geen onderlinge concurrentie. Nooit geweest ook. Ze zijn blij dat we er zijn.’
Steeds meer spoed
De laatste jaren melden de geriaters uit het Deventer Ziekenhuis zich steeds vaker op de Spoedeisende Hulp (SEH). Met name veel val-gerelateerde problemen. Elbrecht heeft er wel een verklaring voor. ‘Ouderen moeten van de overheid steeds vaker langer thuis blijven wonen. En niet zelden valt iemand dan een keer en ligt soms uren alleen in huis. Die patiënten komen nu allemaal naar het ziekenhuis en worden bij de spoed (en vaak door ons dus) gezien. In het verleden gingen die mensen eerder naar een verzorgingshuis waardoor je dit soort problemen minder had.’ Het geeft ook direct aan dat geriatrie veel meer is dan alleen geheugenverlies. Inge: ‘Natuurlijk zien we die mensen ook. Zestig procent op de poli heeft toch wel iets met het geheugen. Maar te vaak wordt bij geriatrie te snel gedacht aan dementie. Dat is het lang niet altijd; geriatrie is zo veel meer dan dat. Mensen zijn ook weleens bang om naar de poli te komen omdat ze denken dat er iets met het geheugen is. Vaak kunnen we geruststellen en de problemen verhelpen. We kennen eigenlijk anders dan bijvoorbeeld bij long en reuma heel weinig chronische patiënten. Het gros kan door de huisarts, familie of thuiszorg worden behandeld.’ Inmiddels is geriatrie een middelgrote vakgroep. De speciale huiskamer in het Deventer Ziekenhuis (onder meer ingericht met foto’s van oud Deventer), zal ook komende jaren druk worden bezocht. Ellen: ‘Mensen liggen tegenwoordig korter in het ziekenhuis, maar die hier liggen zijn zieker en hebben vaak meer.’ Naast geriaters hebben ook ziekenhuisartsen een steeds belangrijker rol in het kijken naar de ‘brede’ patiënt.
Nobelprijs 'dementie' nog ver weg
Geriatrische patiënten zijn niet leeftijdsgeboden. Toch ligt de mediaan boven de 80. Inge: ‘Maar het is altijd maatwerk en afhankelijk van de patiënt. We hebben hier ook wel jongeren patiënten.’ Ze zegt ook dat het vak ‘een stuk ingewikkelder is geworden dan toen ze begon’. ‘Het is best een lastig vak. Behandel je oude mensen wel/niet met een heupfractuur. Het is goed om te bedenken dat voor ouderen niet alle behandelingen meer zinvol zijn, en dat kwaliteit van leven een belangrijk doel is.’ Ellen kijkt met geïnteresseerd oog naar de zogenaamde blue zônes in de wereld. ‘Dat zijn speciale eilanden en plekken (Japan, Italië) waar mensen gezond heel oud worden. Wat kunnen we daarvan leren.’ Denk dan aan preventie, gezonde voeding en ander soorten van behandeling.
Ellen: ‘Er is veel winst te halen in preventie en gezond ouder worden. Hoe kun je groepen met risicofactoren daarbij helpen.’ Een echte doorbraak voor de meest gevreesde geriatrische ziekte dementie, zien de twee geriaters vooralsnog niet. Inge: ‘Er worden wel beloftes gedaan en er is veel onderzoek. Maar die doorbraak gaan wij niet meer meemaken als geriaters. Het zijn hele kleine stapjes. Die Nobelprijs lijkt nog ver weg.’
Ellen: ‘Mensen liggen tegenwoordig korter in het ziekenhuis, maar die patiënten die opgenomen zijn zieker en hebben vaak meer problemen.’